Controle en sturing van het secundaire reinigingsproces in rioolwaterzuiveringsinstallaties

De zandvang is de tweede fase van het mechanische zuiveringsproces in rioolwaterzuiveringsinstallaties en wordt gebruikt om fijne vaste deeltjes zoals zand, steentjes en glasscherven, alsook olie en vet uit afvalwater te verwijderen. Er bestaan twee verschillende methodes. In een ongeventileerde zandvanger bezinken zand en andere deeltjes als de watersnelheid wordt verlaagd, waarna ze van de bodem kunnen worden overgeheveld. Ontvlambare olie en vet blijven in de tank achter. In een geventileerde zandvanger wordt de tank van onderaan belucht, zodat de vaste deeltjes zinken en zich op de bodem verzamelen. Zandpompen die op een mobiele ruimerbrug zijn gemonteerd, worden gebruikt om het bezinksel uit de afvoergoot of trechter op de bodem van de zandvanger te verwijderen. Olie en vet blijven daarentegen op het wateroppervlak drijven en worden verwijderd met behulp van een drijflaagafstrijker voorzien van een afzuigsysteem. Gezien vet zich op micro-organismen accumuleert en hun metabolisme (biologische ontbinding) hindert, moet vet vóór de biologische fase van het reinigingsproces worden verwijderd. Het vet wordt vervolgens verder behandeld in een gistingstank.

Deze reinigingsfase vereist de uitvoering van verschillende functies: De eindpositie van de ruimerbrug moet met precisie en op betrouwbare wijze worden gedetecteerd zodat de bewegingsrichting op het juiste moment kan worden geschakeld. Op die manier wordt schade aan het schrapersysteem vermeden. Tegelijkertijd moet ook de rotatiesnelheid van de pompen worden bewaakt zodat eventuele verstoppingen door vreemde lichamen worden gedetecteerd. Dit betekent dat eventuele storingen snel kunnen worden gedetecteerd en de nodige tegenmaatregelen kunnen worden getroffen— bijvoorbeeld, de overschakeling naar back-uppompen en de waarschuwing van het onderhoudsteam. Het maximumniveau van het bezonken zand en andere vaste deeltjes op de bodem van de zandvanger wordt gemeten. Vanuit het oogpunt van energie-efficiëntie kunnen de zandpompen enkel worden aangezet wanneer dit nodig is.

De positie van de schraper wordt bepaald en gecommuniceerd met behulp van digitale sensoren in samenwerking met schakelversterkers. De draaisnelheid van de zandpompen wordt bewaakt met digitale sensoren in samenwerking met frequentieomvormers. De niveaumeting voor het bezonken zand of slib wordt via de transmittervoeding overgedragen naar het besturingspaneel. Afhankelijk van de omstandigheden op de installatie, worden de modules gebruikt als galvanische scheidingen van het K-systeem of als signaalconditioners van de K- en SC-systemen.

De portfolio van het K-systeem biedt interfacemodules voor alle signalen en toepassingen, van eenvoudige isolatoren tot hoogfunctionele modules. De Power Rail voorziet de toestellen van stroom en biedt de optie van een collectieve foutmelding. De Power Rail bestaat uit een DIN-rail met inlay. De DIN-railinstallatie maakt het makkelijk om modules in te pluggen, wat bedradingskosten tot een minimum beperkt. Het K-systeem beschikt over talrijke internationale goedkeuringen en certificaten, inclusief tot SIL 3-niveau voor alle signaaltypes. Met een breedte van slechts 6 mm bieden de SC-systeemmodules voor analoge en digitale meetsignalen een state-of-the-art circuitontwerp met minimale stroomdissipatie. Dankzij zijn compacte behuizing is het SC-systeem ideaal voor installatie-upgrades en montage in krappe ruimtes tussen kabelgoten.

• De zandvang is de tweede fase van het mechanische afvalwaterzuiveringsproces. Afhankelijk van de constructie, kan deze systeemcomponent ofwel als explosiegevaarlijke, ofwel als veilige omgeving worden beschouwd.
• De eindpositie van de vetschraper of drijflaagafstrijker wordt aangegeven door schakelversterkers in samenwerking met digitale sensoren met de bedoeling de bewegingsrichting van de schaper te besturen.
• De draaisnelheid van de pompaandrijving wordt doorgegeven naar het besturingspaneel door frequentieomvormers in samenwerking met digitale sensoren.
• Transmittervoedingen geven de meetresultaten voor het zandniveau in het bezinkingskanaal door.