In diesellocomotieven worden meestal grote dieselmotoren met duizenden paardenkrachten ingezet. Motoren van dit kaliber worden ook vaak gebruikt als noodstroomvoorziening. Het lucht-brandstofmengsel ontsteekt in de motor en vertegenwoordigt vrijwel geen risico voor de motor zelf of voor het personeel dat in de nabijheid van de motor werkt. De situatie wordt pas gevaarlijk indien één van de brandstofleidingen defect is en brandstof eruit lekt.
Daarom worden thermische sensoren en rookmelders gebruikt om eventuele brandhaarden te detecteren. Deze apparaten triggeren een zichtbaar en hoorbaar alarm, maar activeren eveneens automatische blussystemen voor een onmiddellijke brandbestrijding. Ze zetten ook automatisch de brandstoftoevoer naar de motor stop.
Het stopzetten van de brandstoftoevoer is de eerste en voornaamste actie die moet worden ondernomen wanneer brand uitbreekt in een machinekamer die een dieselmotor bevat. Om te voorkomen dat het vuur wordt aangewakkerd door bijkomende brandstof, is het daarnaast ook belangrijk dat de brandstofpompen onmiddellijk worden stilgelegd voordat andere maatregelen worden getroffen. Dit proces moet volledig automatisch en ook onder de meest uitdagende omgevingsomstandigheden correct verlopen.
De voornaamste vereiste voor de betrouwbare activering van alarmsystemen en automatische blusinstallaties is een feilloze signaaloverdracht van het veldcircuit naar het besturingscircuit, die galvanisch van elkaar gescheiden zijn.
KFD2-RSH-1.*D.*-veiligheidsrelais zijn ideaal voor dergelijke toepassingen. Deze veiligheidsrelais voldoen aan de vereisten van SIL 3 conform IEC 61508 en van PL e-normen conform EN/ISO 13849—een meerfasig redundantieconcept om ervoor te zorgen dat storingen vrijwel onmogelijk zijn.
De veiligheidsrelais van Pepperl+Fuchs beschikken over drie elementaire relais. Deze “one-out-of-three”-architectuur (1oo3) garandeert dat het signaal te allen tijde wordt doorgestuurd, zelfs als slechts één van de drie contactpunten goed werkt.
Dankzij de geïntegreerde diagnostiekfunctionaliteit, gerealiseerd aan de hand van een vertraagde schakeling voor elementaire relais, wordt één van de drie contacten automatisch gecontroleerd bij elke schakeling. Een jaarlijkse herhaling van dit proces betekent dat de interfacemodule na drie jaar volledig geëvalueerd is, zonder nood aan bijkomende testen.
Alle veiligheidsrelais zijn voorzien van lijnfouttransparantie. Kortsluitingen en lijnbreuken worden in het veldcircuit gedetecteerd en worden aan een specifiek signaalcircuit toegewezen. Dit elimineert de behoefte om het relais aan te sluiten op een foutindicatie-uitgang, wat extra bedrading vereist.
Bovendien beschikken de veiligheidsrelais over een ingangsfilter, die wordt gebruikt om op betrouwbare wijze inkomende testpulsen van het besturingssysteem te filteren. Zo kunnen diagnostische en normtesten worden uitgevoerd zonder een brandalarm te triggeren.