In veel industrieën worden precursoren verwerkt in platen vervaardigd uit verlijmd en gelamineerd hout, OSB-platen en spaanplaten, laminaten of plaatmateriaal. Gewoonlijk wordt de te verwerken plaat met behulp van een robotarm met zuignappen van de materiaalstapel getild en in de verwerkingsmachine ingevoerd. Daarna volgen processtappen zoals zagen, frezen, ponsen, lamineren, coaten, verven en warm verlijmen. Deze fabrieksomgevingen zijn vaak stoffig, zeer warm en vochtig. Aangezien de platen plat op elkaar liggen op de materiaalstapel, kan het gebeuren dat twee of meer lagen aan elkaar kleven wanneer ze door de robotarm worden opgetild. Soms worden ze tegelijk in de machine ingevoerd. Soms gebeurt het dat één of beide platen op de grond vallen tijdens de verplaatsing. Dit veroorzaakt extra problemen of is zelfs gevaarlijk voor de machineoperatoren.
Het is bij alle verwerkingsprocessen belangrijk dat slechts één plaat tegelijk in de machine wordt ingevoerd. De invoer van twee of meer platen tegelijk kan leiden tot kwaliteitsproblemen, schade aan het gereedschap of de machine en productiestilstanden. Hetzelfde geldt indien een plaat helemaal niet in de machine wordt ingevoerd. Het moet mogelijk zijn om te voorkomen dat platen verkeerd in de machine worden ingevoerd. Het detectieproces mag niet worden beïnvloed door de kleur, vorm of karakteristieken van het materiaal of door externe omgevingsomstandigheden zoals hitte, damp, stof of kleverig vuil. Om schade aan het materiaal te voorkomen, is een contactloze detectie vereist. Idealiter zou het onnodig moeten zijn om nieuwe parameters in te stellen bij de omschakeling naar een ander plaatmateriaal.
Een enkele ultrasone dubbelvelsensor volstaat om verschillende lagen te detecteren bij de materiaalinvoer. De sensor detecteert op contactloze wijze en verstuurt een geldig signaal naar de besturing zonder nood aan een verdere signaalverwerking of waardeberekening. Kleuren, opdrukken, materiaalkarakteristieken of omgevingsomstandigheden vormen geen beperking voor het detectieproces. Een universele instelling beslaat een breed spectrum van plaatmaterialen en laagdiktes. Hierdoor is het meestal onnodig om de grenswaarden aan te passen wanneer het materiaal wordt veranderd. Tegelijkertijd is dynamisch schakelen tussen verschillende drempelwaarden ook zeer eenvoudig.
Technische Kenmerken
Optische sensoren voor dergelijke toepassingen zijn veel duurder en moeten regelmatig worden gereinigd. Meetsensoren vereisen contact en een uitgebreide configuratie. Ultrasone dubbelvelsensoren bieden een eenvoudige, kostenefficiënte en flexibele oplossing. Ze kunnen zodanig worden gemonteerd dat plaatdetectie plaatsvindt tijdens de beweging van de robotarm en een verkeerde materiaalinvoer vroegtijdig kan worden vermeden. Verschillende plaatmaterialen en laagdiktes kunnen via de teach-in functie worden ingevoerd. Automatische synchronisatie laat toe meerdere sensoren tegelijk in een krappe ruimte te gebruiken. Het MH-UDB02 montagehulpmiddel vereenvoudigt de montage en perfecte uitlijning van zender- en ontvangerelementen. De geïntegreerde IO-Link-interface waarborgt toegang tot alle parameters, alsook diagnostische en procesgegevens.