Het is niet altijd makkelijk een defecte sensor op te sporen in systeemconcepten met een conventionele bedrading. Machines moeten vaak voor lange tijd worden stilgelegd terwijl de oorzaak van de fout wordt geïdentificeerd.
In een modern systeemconcept zoals AS-interface verlenen ingebouwde circuits de sensoren een zekere mate van “intelligentie” en breiden zij hun functiebereik uit. Deze inductieve sensoren kunnen zowel zichzelf als hun voedingskabels monitoren, en gegevens uitwisselen met een overkoepelende unit zoals een PLC.
In de praktijk worden inductieve sensoren zodanig gepositioneerd dat de afstand tussen het bedieningselement en het actieve oppervlak zo’n 50% van de vastgelegde werkingsafstand snbedraagt. De correcte werking van de schakelaar wordt gegarandeerd binnen de gewaarborgde werkingsafstand sa = (0 tot 0.81) • sn. Als het bedieningselement tussen sa en de werkelijke werkingsafstand srligt, wordt een waarschuwingscode (data bit 1) ingeschakeld, zodat verkeerde afstellingen tijdig kunnen worden gedetecteerd, voordat zich een detectiefout voordoet.
De defaultwaarde van data bit 1 is “1”, wat verwijst naar een “normale stand van zaken”. Als de foutwaarschuwingscode is ingesteld, is de waarde van deze data bit “0”. Deze waarde blijft hetzelfde totdat de inductieve sensor volledig afgedekt is of het doelobject genaderd is tot op een punt dichter dan sa en vervolgens weer verwijderd is, m.a.w. i.e. sr + hysterese.
Wij bieden inductieve AS-i-sensoren in de volgende uitvoeringen:
Cilindervormig
Kubusvormig
Positiesensoren