Below you will find an overview of the main points to consider when integrating capacitive sensors into your applications.
Identificeer bij het selecteren van een sensor steeds eerst de specifieke industrietak en het toepassingsgebied van de sensor.
Het is belangrijk dat u de sensor kiest op basis van de installatieopties en het vereiste detectiebereik. Voor planningsdoeleinden raden wij u aan deze informatie in acht te nemen en de installatievoorwaarden zo duidelijk mogelijk te bepalen. Bepaal de vereiste scanafstand(en).
Ook moet worden bevestigd of de sensor aan bijzondere voorwaarden of omgevingsomstandigheden moet/kan voldoen en, zo ja, moeten deze worden gedefinieerd. Ga na welke sensoren geschikt zijn voor de omgevingsomstandigheden van uw toepassing en ontdek de relevante geschiktheid voor gebruik.
Meer informatie:
Toepassingen en industrieën
Geschiktheid voor Gebruik
Omgevingsomstandigheden
De basisprocedure voor het monteren van een capacitieve sensor verloopt als volgt:
Cilindrische Sensoren
De exacte installatievoorwaarden voor de gekozen sensor moeten in acht worden genomen en gerespecteerd. Voor cilindrische sensoren gaat het hier o.a. om:
Het is belangrijk om overspraak (cross-talk) in gedachten te houden bij de installatie van meerdere sensoren. Minimumafstanden tussen sensoren moeten worden gerespecteerd om cross-talk te beperken of voorkomen. Informatie betreffende de installatievoorwaarden en te respecteren intervallen kunnen in het datasheet van de respectievelijke sensor worden teruggevonden.
Kubische Sensoren
Op gelijkaardige wijze, gelden er ook precieze regels wat betreft de inbouw-, opbouw- en semi-inbouwmontage van kubische sensoren zoals de VariKont-sensor.
Net als bij cilindrische sensoren, moeten minimumafstanden tussen individuele sensoren in acht worden genomen.
Installatierichtlijnen zijn eigen aan de productserie en zijn beschikbaar als montage-informatie voor de gekozen sensor.
Elke capacitieve sensor heeft een specifiek scanbereik en een specifieke scanafstand.
Gelet op de unieke montagesituatie in de specifieke toepassing, is het belangrijk dat een overeenkomstige reductiefactor in aanmerking wordt genomen en dat de sensor met aanwezig dempingselement het vereiste detectiebereik op betrouwbare wijze kan beslaan.
Meer informatie:
Bepaling van Scanafstanden bij Standaard Doelobjecten
Cilindrische Sensoren
Cilindrische sensoren zijn klein en beschikken over een externe schroefdraad die een eenvoudige en plaatsbesparende montage toelaat. Ze zijn verkrijgbaar in verschillende diameters.
Bij de ééngatsmontage van cilindrische sensoren met metalen behuizingen moet het aandraaimoment van de externe schroefdraad of bevestigingsschroef in acht worden genomen.
Het aandraaimoment dat vereist is om een sensor met overeenkomstige bevestigingsschroef te monteren, hangt af van de diameter en het materiaal waaruit de sensor vervaardigd is.
De onderstaande tabel biedt een overzicht van conventionele diameters en materialen.
Thread diameter | Stainless steel | Brass | PBT | PPS |
---|---|---|---|---|
M5 x 0.5 | 3.0 | - | - | - |
M8 x 1 | 10.0 | 3.0 | - | - |
M12 x 1 | 15.0 | 10.0 | 0.75 | - |
M18 x 1 | 30.0 | 30.0 | 1.5 | 5 |
M30 x 1.5 | 30.0 | 30.0 | 3.0 | 10 |
Tightening torques [Nm]
Kubische sensoren of ‘flat packs’ zijn zodanig ontworpen dat ze eenvoudig en snel in de vereiste locatie op oppervlakken kunnen worden gemonteerd. Afhankelijk van het behuizingsontwerp, beschikken ze over één of meerdere bevestigingsgaten met een schroefdraad voor de bevestiging met bijhorende schroeven.
Sensoren met het F46-ontwerp beschikken eveneens over montagesleuven in de behuizing voor een montage met behulp van kabelbinders.
De exacte wijze waarop stroom wordt geleverd, hangt af van de speciaal geselecteerde sensor. De aansluitingsopties verschillen naargelang het type van verbinding. Het is dan ook belangrijk dat alle richtlijnen omtrent een specifiek verbindingstype worden gerespecteerd.
Meer informatie:
Aansluiting van Capacitieve Sensoren
Ten slotte moeten de bedrijfs- en schakeltoestand van de sensor met dempingselement en ingebouwd(e) LED-lampje(s) worden gecontroleerd.
Opmerking: Bijkomende sensoren kunnen te allen tijde aan de toepassing worden toegevoegd. De minimumafstanden tussen de individuele sensoren moeten worden gerespecteerd.
Links m.b.t. de opmerking: