Ambient Conditions

Particularities of ambient conditions must be considered so that sensors can meet the requirements placed on them. For special ambient condition requirements, in most cases there are suitable sensor versions that can be used effectively.

De toegelaten omgevingstemperatuur is het temperatuurbereik waarbinnen een inductieve sensor zijn functies naar behoren uitvoert. De volgende informatie is van toepassing op standaardsensoren van Pepperl+Fuchs:

• Omgevingstemperatuur: -25 °C tot +70 °C of 248 K tot 343 K
• Opslagtemperatuur: -40 °C tot +85 °C of 233 K tot 358 K

Voor speciale vormen:
-25 °C tot +100 °C of 248 K tot 373 K
-40 °C tot +150 °C of 233 K tot 423 K
0 °C tot +200 °C of 273 K tot 473 K
0 °C tot +250 °C of 273 K tot 523 K

Capacitieve sensoren worden onderworpen aan uitgebreide testen om hun schok- en trillingsbestendigheid te garanderen. Schokbestendigheidstesten worden uitgevoerd in overeenstemming met IEC-norm 60068-2-27. Trillingsbestendigheidstesten volgen de richtlijnen van IEC-norm 60068-2-6.

Afhankelijk van de toepassingsvereisten, genieten capacitieve sensoren van een bescherming conform IP65, IP67 of IP68 (EN 60529). Versies met beschermingsklasse IP69K zijn beschikbaar voor gebruik in uiterst zware industriële omgevingen.