In een kolencentrale wordt de stoom die nodig is voor het aandrijven van de turbines gegenereerd door poederkool te verbranden. De energie die tijdens dit proces vrijkomt, verhit een ketel met ingebouwde pijpenbundels. Het water dat in de ketel wordt gevoed, wordt vervolgens omgezet in stoom. Om een betrouwbare en efficiënte werking te garanderen, is het niet enkel nodig om de injectie van poederkool in de brander met een vastgelegde luchtkwaliteit te monitoren, maar ook de oververhitter en voorverwarmer voor het voedingswater en de verbrandingslucht. Hiervoor moeten de signalen tussen de installatie en de controlekamer op betrouwbare wijze worden overgedragen.
Door toezicht te houden op de hoeveelheid en druk van de poederkool, wordt gegarandeerd dat de kolencentrale binnen een optimaal temperatuurbereik functioneert en dat het - tot op zekere hoogte - mogelijk is de belasting op de behoeften af te stemmen. De pijpleidingen in de oververhitter en voorverwarmer voor het voedingswater en de lucht worden gecontroleerd qua temperatuur, debiet en/of druk om ervoor te zorgen dat de optimale procesparameters worden gehandhaafd. Bovendien wordt neerslag op het keteloppervlak en de pijpwanden vroegtijdig gedetecteerd, wat verhoogde energievereisten en thermische vermoeiing in het metaal voorkomt.
De interfacemodules van het K-systeem, dat over galvanische scheiding beschikt en een functioneel betrouwbaarheidsniveau tot SIL 3 levert, brengen ongestoord signalen over tussen individuele systeemcomponenten en de controlekamer. Het productassortiment omvat zowel galvanische scheidingen voor intrinsiekveilige toepassingen, om de explosiegevaarlijke omgeving te beschermen tegen een uitzonderlijk hoge energietoevoer, alsook signaalconditioners voor veilige omgevingen. De interfacemodules regelen de druk en hoeveelheid poederkool die wordt toegeleverd en controleren de temperatuur, het debiet en de druk van de oververhitter, brander en het voedingswater.
Het gebruik van transmittervoedingen om de druk en doorstroming te controleren, is niet enkel van belang voor de toevoer van poederkool naar de brander; meetresultaten van de oververhitter en voorverwarmer voor het voedingswater en de verbrandingslucht worden eveneens zonder storingen en op betrouwbare wijze doorgestuurd naar de controlekamer. Temperatuuromvormers met grenswaarden worden gebruikt om ontoelaatbaar hoge of lage temperaturen te registreren. Ze beschermen de installatie tegen de gevolgen van neerslag in pijpleidingen en schade aan turbineschoepen veroorzaakt door waterdruppels, en zorgen voor een optimale energie-efficiëntie.