In open steengroeven vindt men tal van aggregaten zoals zand, gebroken rotsblokken en grind. Deze materialen worden ontgonnen tot op een diepte van 50 m en moeten op correcte wijze worden opgeslagen totdat ze van de groeve kunnen worden weggevoerd. Transportbanden brengen de aggregaten naar silo's. Ultrasone sensoren geven aan wanneer het maximum vulniveau van een silo bereikt is. Het F260 gamma ultrasone sensoren is ideaal voor een dergelijke toepassing.
Door middel van ultrasone looptijdsmeting bepalen de ultrasone sensoren de afstand tot aan het oppervlak van het gestorte materiaal en seinen zij deze waarde door naar de controle-eenheid voor de specifieke silo. Van daaruit kan een verdere vulling worden stopgezet en overvulling worden vermeden. Dit proces wordt bestuurd door de analoge uitgang van de ultrasone sensoren. Daarenboven beschikken de apparaten ook over twee schakeluitgangen. Eén uitgang levert een waarschuwingssignaal dat aangeeft dat het maximum vulniveau van de silo spoedig zal worden bereikt. De andere schakeluitgang voorziet in de eigenlijke stopzetting zodra de silo volledig is gevuld.
Het meetbereik van deze ultrasone sensoren beslaat een lengte t.e.m. 10 m. De sensoren kunnen het doorlopend vullen van de silo te allen tijde volgen. Dit gamma wordt speciaal gekenmerkt door een indrukwekkend temperatuurbereik van -25 °C tot +70 °C. In silo's voor gebroken steenslag, waar grote hoeveelheden stof worden gegenereerd, is het mogelijk dat het maximum meetbereik van 10 m tot 6 m wordt beperkt.
Het F260 gamma beschikt over de volgende uitvoeringen wat betreft de analoge uitgang (inclusief 2 schakeluitgangen in NO of NC contacten):
4-20 mA, UCxxx-F65-IE..-V15
0-10 V, UC10000-F260-UE..-V15
De 3RX4000-PF programmeringsinterface, inclusief "SONPROG for Windows" software, is bovendien beschikbaar voor de inbedrijfname en parametrering van alle versies.
Bevestig de ultrasone sensor in het midden van de silo om te vermijden dat de projectiekegel de zijwanden van de silo kan bereiken. Anders zou de sensor onopzettelijk de wanden zelf of slib dat aan de wanden vastkleeft, kunnen registreren.
Om een adequate geluidsweerkaatsing te garanderen bij een toename van het vulniveau, moet de projectiekegel van de ultrasone sensor een beetje schuin naar het midden van de opgehoopte materiaalkegel worden gericht. De F260 kan met een hoek van maximaal 10° in de montagesteun worden verdraaid.
De blinde zone tussen de sensorkop (wit) en de plaats waar het meetbereik begint (80 cm), moet eveneens in aanmerking worden genomen. Als het vulniveau zich binnen deze zone bevindt, kunnen meetfouten optreden. Als twee sensoren worden geïnstalleerd, moet de multiplexmodus worden ingeschakeld met SONPROG en moeten de ultrasone sensoren worden verbonden via de "XI" synchronisatieconnector.
Pepperl+Fuchs biedt u een keuze uit verschillende downloadbare documenten met informatie over allerhande ultrasone sensoren. Naast een algemene technische gids voor ultrasone sensoren, kunt u nu ook een nieuwe gids voor dubbelveldetectie met behulp van ultrasone sensoren downloaden. Download uw gratis pdf en verwerf waardevolle kennis en advies voor al uw praktische toepassingen!