Vier tieners zijn samen op een binnenplaats aan het voetballen wanneer één van hen de bal door een raam schopt. De huiseigenaar neemt hen alle vier eens goed onder handen, maar slechts één (en enkel één) van hen spreekt de waarheid:
Nicolas: Het was Elena die de bal schopte.
Marc: Ik heb het niet gedaan!
Elena: Het was Bastian.
Bastian: Elena liegt!
Kunt u uitwerken wie van hen de bal door het raam heeft geschopt?
Als we ervan uitgaan dat slechts één van de beweringen waar is, geldt als volgt:
Volgens deze redenering schopte Marc de bal door het raam.