Een dagkaart voor de miniatuurtrein in een pretpark kost 1 euro terwijl een enkele rit50 eurocent kost. Een vrouw, die niet door de conducteur gekend is, stapt op de trein. Ze geeft hem zonder iets te zeggen 1 euro en hij geeft haar een dagkaartje.
Hoe wist de treinconducteur dat de vrouw een dagkaartje wilde en geen enkel ticket?
De vrouw betaalde met kleine muntstukken voor haar ticket. Ze had gepast geld om exact 50 eurocent te betalen, had ze een kaartje voor een enkele rit gewild.