Martin is een goede student met een speciaal talent voor wiskunde. Hij houdt van rekenraadsels en puzzels die hem verplichten buiten het kader te denken. Zijn leerkracht weet dit en legt hem de volgende puzzel voor:
26 parameters (a tot z) hebben de onderstaande waarden:
a = 1, b = 2, c = 3, d = 4, …, z = 26
Bereken het resultaat van de onderstaande uitdrukkingen:
(a – x) * (b – x) * (c – x) * (d – x) * … * (z – x) = ?
Help Martin dit rekenraadsel op te lossen en ontdek een supersnelle manier om de antwoorden te vinden.
De oplossing van dit rekenraadsel wordt al snel duidelijk als je begint met de laatste vermenigvuldigingen.
… (w - x) * (x - x) * (y - x) * (z - x) = ?
Zoals je kan zien, is de derde laatste uitdrukking "(x - x)". Dit resultaat is gelijk aan "0".
Als één van de coëfficiënten in de vermenigvuldiging gelijk is aan "0", dan is het resultaat van de volledige vermenigvuldiging eveneens gelijk aan "0". De oplossing van deze opgave is daarom ook "0".
Als Martin dit snel inziet, zal hij zich een hoop werk en veel ingewikkelde berekeningen besparen.