Na een natuurramp heerst er in een klein dorp grote hongersnood. Om haar dorpsgenoten in nood te helpen, plaatst een vrouw elke morgen een mand vol brood op haar stoep. De inwoners van het dorp mogen zelf brood uit de mand nemen. Om te garanderen dat iedereen wat vers brood heeft, mag elke persoon maximaaleen derde van het brood nemen. Vandaag namen twee kinderen en één man elk een derde van het brood uit de mand. ‘s Avonds lagen er nog acht broden in.
Hoeveel broden lagen er in de mand toen de vrouw deze ‘s morgens op de stoep zette?
‘s Morgens lagen er 27 broden in de mand. Aangezien er na elke verwijdering nog 2/3 van het brood in de mand lag, moet de resterende hoeveelheid met 3/2 worden vermenigvuldigd.
Zo bekomt men de volgende berekening: 8 * 3/2 * 3/2 * 3/2 = 27