Ultrasone sensoren kunnen in gelijk welke positie worden geïnstalleerd en ingezet. Bovendien zijn ze vrijwel immuun voor omgevingsinvloeden. Om ideale meetresultaten te behalen, moet men echter wel een paar dingen in aanmerking nemen bij de plaatsing van de ultrasone sensoren. Bij het schoonmaken van de ultrasone sensor moet men er bijvoorbeeld voor zorgen dat het sensoroppervlak (de ontkoppelingslaag) en het synthetisch schuim rond de omvormer niet worden beschadigd. Waterdruppels of aangekoekt vuil op de ontkoppelingslaag kunnen de functionering van de ultrasone sensor ongunstig beïnvloeden. Opmerking: een dunne stoflaag is niet kritiek.
Ultrasone sensoren kunnen vaste stoffen, vloeistoffen en poeders detecteren. De eigenschappen van het objectoppervlak zijn van essentieel belang voor de sensorevaluatie van het echosignaal. Effen, gladde oppervlakken die zich onder een rechte hoek tegenover de geluidsbundel bevinden, zorgen voor een ideale terugkaatsing van het geluid. De hoekafwijking van de meetplaat mag niet groter zijn dan 3° om een betrouwbare detectie te garanderen.
Materiaaleigenschappen zoals transparantie, kleur of oppervlaktebehandeling (gepolijst of mat) hebben geen effect op de betrouwbaarheid van de detectie. Ruwe oppervlakken reflecteren de akoestische energie in verschillende richtingen. Dit verkleint het effectieve detectiebereik. Omgekeerd, laten ruwe oppervlakken een grotere hoekafwijking toe dankzij de overwegend diffuse reflectie van het ultrasoonsignaal.
Deze eigenschap kan worden benut om vulniveaus of hopen grofkorrelig materiaal met een hoekafwijking tot 45° (binnen een beperkt meetbereik) te detecteren.
De volgende voorwerpen laten zich uitzonderlijk goed detecteren:
De volgende materialen zijn moeilijk te detecteren:
In dergelijke gevallen kan een eenwegsensor nodig zijn om de materialen te detecteren.
Men spreekt vaak van een geluidsbundel om naar de responscurve van ultrasone sensoren te verwijzen. Objecten worden binnen de geluidsbundel gedetecteerd als ze voldoende geluid naar de ultrasone sensor terugkaatsen. De responscurve wordt bepaald door de reflectie-eigenschappen van het object. In de datasheets worden geluidsbundeldiagrammen ter beschikking gesteld voor allerhande standaard objecten. De geluidsbundel heeft geen exact vastgelegde grenzen en kan worden beïnvloed door omgevingsomstandigheden zoals temperatuur of vochtigheid.
Als er in de toepassing sprake is van ongewenste geluidsreflecterende objecten moet men ervoor zorgen dat er voldoende vrije ruimte is rondom de geluidsbundel. Dit is de enige manier om foutieve schakelsignalen ten gevolge van ongewenste terugkaatsingen te vermijden.
Responscurve 2 (ronde staaf met diam. 25 mm) kan als richtlijn worden gebruikt voor kleine, ronde of weinig reflecterende voorwerpen. Ze kan ook worden gebruikt voor gladde oppervlakken die parallel aan de richting van de geluidsbundel van de ultrasone sensor worden gemonteerd (binnenwand van tanks, pijpleidingen). Voor grotere objecten met goede reflectie-eigenschappen (interferentieranden) moet ten minste een speling in overeenstemming met responscurve 1 (vlakke plaat van 100 x 100 mm) worden voorzien.
Vele van Pepperl+Fuchs' ultrasone sensoren laten toe de geluidsbundel aan te passen, voor wanneer de speling niet kan worden gegarandeerd. Deze procedure wordt uitgevoerd met behulp van de Teach-in functie of met een programmeringsinterface en -software. Deze software kan worden gebruikt om op selectieve basis bepaalde storende objecten binnen het meetbereik te onderdrukken (specifieke interferentieonderdrukking).
Pepperl+Fuchs biedt u een keuze uit verschillende downloadbare documenten met informatie over allerhande ultrasone sensoren. Naast een algemene technische gids voor ultrasone sensoren, kunt u nu ook een nieuwe gids voor dubbelveldetectie met behulp van ultrasone sensoren downloaden. Download uw gratis pdf en verwerf waardevolle kennis en advies voor al uw praktische toepassingen!