Aan de productielijnen van de automotive industrie werken man en machine vaak nauw samen, zoals naast transportbanden. Schaarliften worden in verschillende productiefasen gebruikt, van carrosseriebouw tot uiteindelijke montage. Ze verplaatsen carrosserieën tot op de vereiste werkhoogte. Zo kunnen arbeiders hun taken ergonomisch uitvoeren en, bijvoorbeeld, binnenbekledingen, zetels, velgen en bumpers monteren in overeenstemming met de eisen van de klant.
De beweging van schaarliften mag geen gevaar vormen voor de mensen die in de omgeving ervan werken. Tijdens de montage van een voertuig bewegen schaarliften automatisch naar de vereiste werkhoogte. De onderdelen van de lift raken elkaar aan tijdens het op- en neergaan. Om te voorkomen dat iemands lichaamsdelen in de bewegende onderdelen zouden vast komen te zitten, kan werk op schaarliften enkel worden uitgevoerd wanneer de positie van de liften vergrendeld is. De werkstukken op de tafel kunnen enkel worden bewerkt wanneer deze eindpositie bevestigd werd.
Inductieve veiligheidssensoren zijn ideaal voor het betrouwbaar detecteren van de eindpositie van schaarliften in de automobielproductie. Twee NSB15-L2M-2E2-V1-S2D2 inductieve veiligheidssensoren kunnen worden ingezet om de eindpositie te detecteren—één voor wanneer de schaarlift ingeklapt is en één voor wanneer hij volledig is uitgestrekt. De sensor is SIL 2/PL d-conform. Zijn plaatsbesparend ontwerp laat een flexibele installatie en eenvoudige integratie in de schaarlift toe.
De inductieve veiligheidssensoren hebben geen dode zone en vereisen bijgevolg geen minimumafstand tot het doelobject. Standaard metalen signaalgevers of een metalen onderdeel van de steunstructuur kunnen als doelobject worden gebruikt. Geen aanpassingen vereist op doelobject of machineonderdeel. De veiligheidssensor is TÜV-gecertificeerd en beschikt over hoge veiligheidsvoorzieningen. Dit betekent dat hij rechtstreeks in het veiligheidscircuit kan worden geïntegreerd. Bovendien kan het aantal regelmatige referentietesten die als standaard worden voorgeschreven, worden gereduceerd. In plaats van dagelijkse functietesten uit te voeren, kunnen bedrijfsintervallen worden verlengd tot twee maanden.