De kennisbasis voor inductieve sensoren bevat waardevolle vakkennis en ondersteunt gebruikers voor een efficiënte en probleemloze werking van de sensoren in hun machineparken en installaties. Verschillende subrubrieken behandelen werkingsprincipes en technische verhoudingen, en bieden praktische toepassingsinformatie.
Dit hoofdstuk behandelt veelgestelde vragen betreffende het gebruik van inductieve sensoren.
Verschillende scanprincipes kunnen worden gebruikt voor verschillende detectietaken. Het meest geschikte scanprincipe voor een specifieke toepassing wordt bepaald op basis van bepaalde criteria.
Inductieve sensoren zijn beschikbaar in verschillende versies. Afhankelijk van de toepassing, kunnen verschillende soorten uitgangen, aansluitingen, materiaaluitvoeringen of ontwerpen vereist zijn om een efficiënte werking te garanderen.
Om inductieve sensoren te verbinden, gebruiken ingenieurs vaak IO-Link of AS-interface als digitale communicatie-interface. Daarnaast zijn verscheidene andere bussystemen (zoals bijv. PROFIBUS, DeviceNet of MODBUS) beschikbaar op het gebied van industriële sensortechnologie.
Inductieve sensoren worden beïnvloed door externe factoren zoals elektromagnetische velden, de gebruikte materialen en de afmetingen van de te scannen objecten. Het is dan ook belangrijk om steeds rekening te houden met installatie- en omgevingsvariabelen, alsook met alle normatieve vereisten.
Een correcte werking van een sensor vereist dat bepaalde punten in aanmerking worden genomen tijdens de installatie en indienstname. Dit omvat de montage en voeding.
Inductieve sensoren worden ingezet in verschillende toepassingen en industrieën. In bepaalde gevallen hebben de toepassingsvereisten geleid tot de ontwikkeling van speciale sensoren die voor specifieke toepassingen zijn geoptimaliseerd.