De Ethernet Advanced Physical Layer (APL) definieert schakelarchitectuur. Overspraak (‘cross-talk’) tussen veldinstrumenten is onmogelijk, wat communicatiestabiliteit verhoogt en langdurige beschikbaarheid ten goede komt. Leer meer over Ethernet-APL-terminologie op deze pagina.
There are two types of switches to support the Ethernet-APL infrastructure and just three principle product concepts that enable any type of topology for the field of the process plant. The switches that connect to the Ethernet backbone support redundancy and resiliency concepts for high availability.
Veldschakelaars leveren voeding naar de spur waar het veldapparaat is aangesloten. De spur heeft minder belangrijke vereisten wat betreft signaalsterkte en voeding. Twee soorten veldschakelaars ondersteunen eender welke topologie—de Ethernet-APL-veldschakelaar en de Ethernet-APL-DIN-rail-schakelaar.
De Ethernet-APL-veldschakelaar voor installatie in Zone 1 / Div. 2 wordt gevoed via de trunk. Hij verbindt APL-spurs met de trunk. Uitgangen zijn intrinsiekveilig, en ondersteunen verbindingen naar Zone 0 / Div. 1.
Kenmerken:
De Ethernet-APL-DIN-rail-schakelaar is een veldschakelaar voor installatie in een besturingskast of junction box. Het verbindt Ethernet-APL-spurs met de ruggengraat (‘backbone’) van de fabrieksinstallatie. Het voedt zichzelf en de spurs via externe hulpbronnen.
Kenmerken:
De Ethernet-APL-stroomschakelaar verbindt het Ethernet-APL-netwerk met het ethernet of de backbone van de fabrieksinstallatie. Hij levert ook stroom naar de trunk. Deze stroomschakelaar wordt meestal in de besturingskast in de controlekamer geplaatst en wordt gevoed door een externe hulpbron.
Kenmerken: