Verschillende scanprincipes kunnen worden gebruikt voor verschillende detectietaken. Het meest geschikte scanprincipe voor de specifieke toepassing wordt bepaald op basis van verschillende criteria, zoals het te detecteren materiaal, de omgevingsomstandigheden en de scanafstand.
In tegenstelling tot inductieve of capacitieve sensoren, reageren magneetveldsensoren op de aanwezigheid van een magneetveld. Het doet er niet toe of dit veld wordt opgewekt door een elektromagneet of een permanente magneet. Hierdoor zijn magneetveldsensoren bijzonder goed bestand tegen beschadiging of storing. In vergelijking met de hierboven vermelde near-field-sensoren, bieden magneetveldsensoren grotere scanafstanden met een kleinere behuizing.
Speciale technische kenmerken van magneetveldsensoren in het kort samengevat:
Typische toepassingen omvatten:
De beperkingen van magneetveldsensoren zijn:
Andere scanprincipes
Naargelang de toepassing, kunnen ook de volgende scanprincipes als alternatief worden ingezet:
Magneetveldsensoren werken contactloos. Ze detecteren voorwerpen die een magnetisch veld opwekken.
De eerste naderingssensor van industriële kwaliteit werd in 1958 door Walter Pepperl en Wilfried Gehl ontwikkeld en op de markt gebracht. In die tijd werd het ontwikkelingsproces aangedreven door BASF. BASF wou de mechanische schakelcontacten die toen werden gebruikt voor de detectie van goederen vervangen door contactloze sensoren die geen schakelvonken veroorzaakten. Het doel was om explosiegevaar te beperken. Zelfs de eerste naderingssensor werd ontworpen om intrinsiekveilig te zijn in overeenstemming met de NAMUR-standaard.
Alle naderingssensoren van Pepperl+Fuchs werden - en worden nog steeds - ontwikkeld, vervaardigd en op de markt gebracht in overeenstemming met IEC/EN 60947, de relevante norm voor "Laagspanningsschakel- en verdeelinrichtingen—Deel 5-2: Stuurstroomkringen en schakelelementen—Naderingsschakelaars".
Voor Pepperl+Fuchs’ veiligheidssensoren is ook de relevante norm "Laagspanningsschakel- en verdeelinrichtingen—Deel 5-3: Stuurstroomkringen en schakelelementen—Vereisten voor naderingsschakelaars met vastgelegd gedrag onder foutcondities (PDDB)" van kracht.
Magneetveldsensoren beschikken over standaard technische kenmerken waarmee gebruikers bekend moeten zijn om een correcte werking in fabrieksinstallaties en toepassingen te garanderen.
De sensor schakelt op een bepaalde afstand van het standaard doelobject. Deze afstand wordt de "schakelafstand" genoemd. De schakelafstand is de belangrijkste karakteristiek van een magneetveldsensor.