Schakelsensoren hebben een binaire uitgangslogica. De uitgang kent slechts twee staten: "actief" en "non-actief" of "aan" en "uit". De schakelfunctie bepaalt of een magneetveldsensor de uitgang opent of sluit wanneer een voorwerp wordt gedetecteerd, of indien deze keuze vrij kan worden gemaakt naargelang het beoogde doeleinde.
Elektronische schakelfunctie van een magneetveldsensor: schakeluitgangslogica. Wanneer aan de schakelvoorwaarde wordt voldaan (bijv. wanneer de magneetveldsensor een voorwerp binnen het scanbereik detecteert), is de uitgang gesloten en vloeit stroom door het systeem. Bij inactiviteit is de uitgang open en vloeit er geen stroom door het systeem.
Elektronische schakelfunctie van een magneetveldsensor. Een complementaire magneetveldsensor beschikt over twee ingebouwde schakeluitgangsfasen—één die ontworpen is als "normaal open" relaiscontact en een andere als "normaal gesloten" relaiscontact.
Complementaire sensoren kunnen worden gebruikt om de verscheidenheid aan sensortypes binnen een bedrijfsinstallatie te beperken, en zo de voorraadbehoeften te verkleinen. In het algemeen wordt het complementaire ontwerp van de schakeluitgangsfasen gebruikt voor diagnostische doeleinden. Een aanvaardbare uitgangslogica voor de sensor is enkel mogelijk indien de twee schakeluitgangen tegenovergestelde standen vertonen. Als ze in dezelfde toestand verkeren, duidt dit op een fout, bijv. kabelbreuk of kortsluiting.
Volgens Europese norm 60947-5-2 is de herhalingsnauwkeurigheid de afwijking van de effectieve bedrijfsafstand (sr) onder vastgelegde omstandigheden. De waarde bepaalt de schakelpuntnauwkeurigheid van opeenvolgende schakelingen over een periode van acht uur bij een omgevingstemperatuur van +23 °C ± 5 °C en bij een constante bedrijfsspanning.
Volgens Europese norm 60947-5-2 verwijst hysterese (H) naar de afstand tussen het inschakelpunt, wanneer het dempingselement de naderingsschakelaar benadert, en het uitschakelpunt, wanneer het van de sensor weg beweegt. De schakelhysterese H wordt bepaald ten opzichte van de effectieve scanafstand (sr), gemeten bij een omgevingstemperatuur van +23 °C ±5 °C en bij de nominale bedrijfsspanning.
H < 0.2 * sr
Naderingssensoren van Pepperl+Fuchs hebben in het algemeen een hysterese van 5%.