De installatievoorwaarden bieden informatie over de optimale installatie van de sensoren in de toepassing zonder hun specifieke functie (i.e. hun scanbereik) te beperken. Wegens de respectievelijke installatievoorwaarden moet altijd van een functioneel bereik worden uitgegaan. Er bestaat een verband tussen installatie en schakelafstand.
Cilindervormige magneetveldsensoren kunnen worden ingebouwd of opgebouwd in gelijk welke niet-magnetiseerbare materialen of metalen zonder dat dit de schakelafstand beïnvloedt.
De schakelafstand sn hangt af het gebruikte type van dempingsmagneet. Als de magneet over een éénpolige uitlijning (noord- of zuidpool van de magneet is naar de sensor gericht) beschikt, ontstaat er een centraal detectiebereik met zijdelingse pieken. Deze pieken staan ervoor in dat een bepaalde minimumafstand tussen sensor en magneet wordt bewaard voor eenduidige schakeldoeleinden.
Sensor, Bestelreferentie | Schakelafstand [mm] bij Inbouwmontage |
---|---|
MB60-… /MMB60 | 5 … 60 |
MMB70-… | 5 … 70 |
MB80-… | 20 … 80 |
Opstellingsmogelijkheden voor de Dempingsmagneten
In principe laat deze opstellingscombinatie toe de dempingsmagneet vlak in een dragermateriaal te plaatsen of in opbouw te monteren. Het maakt niet uit of de noord- of zuidpool van de magneet in de richting van de sensor wijst. Belangrijke opmerkingen betreffende de montage:
Sensor, Bestelreferentie | Schakelafstand [mm] bij Opbouwmontage |
---|---|
MB60/MMB60 | 5 … 60 |
MB70 | 5 … 70 |
MB80 | 20 … 80 |
A: Speling om de storing op de scanafstand tot ≤ 5% te beperken bij montage in een magnetiseerbaar materiaal
Sensor, Bestelreferentie | Speling A |
---|---|
MB60/MMB60 | 10 mm |
MB70 | 15 mm |
MB80 | 20 mm |
In principe laat deze opstellingscombinatie toe de dempingsmagneet vlak in een dragermateriaal te plaatsen of in opbouw te monteren. Het maakt niet uit of de noord- of zuidpool van de magneet in de richting van de sensor wijst. Belangrijke opmerkingen betreffende de montage:
Ook kubische sensoren moeten aan bepaalde installatievoorwaarden voldoen bij in- of opbouwmontage. Deze zijn eigen aan de productserie en zijn beschikbaar als installatierichtlijn in de technische gegevensfiche van de gekozen sensor.